Autorijden met een ICD in het kort (update juni 2023)
- Alleen mogelijk met een geschiktheidsverklaring van de cardioloog
- Alleen mogelijk met ‘gecodeerd’ rijbewijs A, A1, A2, B, B+, B+E, T
- Code 100: alleen privégebruik
- Code 101: beperkt beroepsmatig gebruik met uitzondering van personenvervoer en het onder toezicht besturen van derden
- Alle andere rijbewijzen (bijvoorbeeld vrachtwagen- of buschauffeur) uitgesloten
Wettelijke wachttijden
Na implantatie ICD voor primaire preventie | 2 weken. Pas daarna kan een nieuw rijbewijs aangevraagd worden |
Na implantatie voor secundaire preventie | 2 maanden. Pas daarna kan een nieuw rijbewijs aangevraagd worden |
Na terechte shock | 2 maanden, mits toestemming behandelend cardioloog |
Na onterechte shock | Ongeschikt totdat kans op herhaling is geminimaliseerd door aanpassing
van de instellingen van de ICD of aanpassing van de medicatie. Dit ter beoordeling van de behandelend cardioloog |
Na vervanging ICD én vervanging of bijplaatsing van één of meer draden | Na genezing van de wond en in overleg met de behandelend cardioloog. Die bepaalt of herkeuring nodig is. Zo ja: lees verder |
Na vervanging of bijplaatsing van één of meer draden | Na genezing van de wond en in overleg met de behandelend cardioloog. Die bepaalt of herkeuring nodig is. Zo ja, lees verder |
Na vervanging ICD door S-ICD | Na genezing van de wond en in overleg met de behandelend cardioloog. |
(Regeling eisen geschiktheid 2000, artikel 6.7.4: Staatscourant 99 [23 mei 2000], pagina 10 e.v.; gewijzigd: Staatscourant 106 [8 juni 2004], pagina 13 e.v. en 1 januari 2018)
Opmerkingen
- Om te allen tijde juridisch volledig gedekt te zijn, adviseert de STIN ICD-dragers zich strikt te houden aan deze regelgeving.
- Wettelijke wachttijd na implantatie twee weken (bij primaire ICD) / twee maanden (bij secundaire ICD) betekent formeel niet dat u daarna ook meteen de code 100/101 op uw rijbewijs hebt.
- Alle documenten en verklaringen zijn zichtbaar in de online MijnCBR-omgeving.
- Neem ook altijd contact op met uw verzekeringsmaatschappij. Verzekeraars kunnen onderling nog wel eens afwijken in hun antwoord op de vraag of u verzekerd bent zonder de aanvulling code 100/101 op het rijbewijs.
Meer informatie: www.stin.nl > Rijbewijzen > Aanvragen en voor specifieke informatie met betrekking tot het aanvragen het artikel Richtlijnen voor het aanvragen van een rijbewijs voor ICD-dragers.
Autorijden met een pacemaker
(artikel 6.7.3 Regeling eisen geschiktheid 2000)
Dat u pacemakerdrager bent, wordt niet met een aparte code vermeld op uw rijbewijs zoals bij ICD-dragers. Toch bent u juridisch alleen maar 100% gedekt als het CBR ervan op de hoogte is dat u een pacemaker hebt. Dat kunt u laten weten via een zogenaamde vrijwillige melding. Daarvoor moet u gebruikmaken van een Gezondheidsverklaring die u kunt kopen op het gemeentehuis of kunt invullen via mijn.cbr.nl. Daarop beantwoordt u de vraag: Heeft u een ziekte van uw hart of van uw bloedvaten? met ja. Vervolgens krijgt u een verzoek (per brief of digitaal) om een aantekening te laten plaatsen door een (onafhankelijke) arts. Dat hoeft niet per se een cardioloog te zijn. Uit de aantekening moeten de aard en ernst van de aandoening blijken. Deze aantekening stuurt u op naar het CBR en daar registreert men in uw dossier dat u pacemakerdrager bent. De geldigheidsduur van het rijbewijs is maximaal tien jaar voor het gebruik van rijbwijzen van Groep 1 en vijf jaar voor die van Groep 2. Voor verlenging geldt dezelfde procedure.
Rijbewijzen groep 1
(A1, A2, A, B en B+E)
Personen met een pacemaker kunnen op basis van een aantekening van een keurend arts geschikt worden verklaard voor een maximale termijn van tien jaar.
Rijbewijzen groep 2
(C, C1, C+E, C1+E, D, D1, D+E en D1+E)
Personen met een pacemaker zijn ongeschikt tot twee weken na implantatie.Na afloop van deze periode kunnen zij op basis van een aantekening van een keurend arts geschikt worden verklaard voor een maximale termijn van vijf jaar.