Mensen met een steunhart kunnen onder voorwaarden verantwoord rijden. Deimplantatie moet minstens twee maanden achter de rug zijn en geen complicatieshebben opgeleverd. De rijbevoegdheid dient vastgesteld te worden door eencardioloog, moet na twee jaar opnieuw beoordeeld worden en mag in principe alleenprivé worden aangewend. Deze bepalingen zouden moeten worden opgenomen in deRegeling Eisen Geschiktheid 2000, zo adviseert de Gezondheidsraad de minister vanInfrastructuur en Milieu.Per jaar krijgen ongeveer 75 mensen in Nederland die lijden aan chronisch hartfaleneen steunhart (ventricular assist device of VAD). Een steunhart is een mechanischepomp die de pompfunctie van een hartkamer kan overnemen. Het wordt geplaatst inafwachting van een harttransplantatie of als alternatief daarvoor.Nederland heeft op dit moment wel algemene regelgeving voor rijgeschiktheid bijhartaandoeningen, maar niet specifiek voor rijden met een steunhart. Het hoofdstuk inde Regeling Eisen Geschiktheid 2000 dat over rijden met hartklachten gaat, is algeruime tijd niet aangepast. De wetenschappelijke inzichten en debehandelingsmogelijkheden zijn juist wel aanmerkelijk veranderd, en daarom isherziening van de regeling nodig.Het zojuist uitgebrachte briefadvies van de Gezondheidsraad over rijden met eensteunhart krijgt nog een vervolg met een advies over de rijgeschiktheid van mensen metandere hartaandoeningen.Het briefadvies Rijgeschiktheid bij gebruik steunhart (nr. 2015/21) is te downloadenvan www.gr.nl. Nadere inhoudelijke inlichtingen verstrekt Eert Schoten, tel. 06 46 2369 98, e-mail: ej.schoten@gr.nl.