Met een nieuw voorspel-model kunnen artsen nauwkeuriger dan voorheen het risico bepalen dat een individuele vaatpatient heeft om in de toekomst opnieuw door een dergelijke aandoening (zoals hartinfarct of beroerte) te worden getroffen. Onderzoekers van het UMC Utrecht ontwikkelden deze zogenaamde ‘SMART-risicoscore’, waarbij gegevens zijn gebruikt van 5.800 patienten uit de SMART- (Secondary Manifestations of ARTerial disease) studie.
Voor de ontwikkeling ervan werden van deze patienten veertien gemakkelijk te verzamelen klinische gegevens gebruikt, zoals leeftijd, geslacht, medische voorgeschiedenis, rookgedrag, bloeddruk en laboratoriumuitslagen. Met het model is het voor het eerst mogelijk om bij een individuele patiënt het risico op het optreden van nieuwe hart- en vaatziekten in de komende 10 jaar nauwkeurig te voorspellen.
Professor Yolanda van der Graaf, epidemioloog in het UMC Utrecht zegt: ‘Patiënten en dokters hebben niets aan een gemiddeld risico. Ze willen weten wat het individuele risico is op terugkeer van de ziekte.’
Professor Frank Visseren, internist-vasculair geneeskundige in het UMC Utrecht voegt toe: ‘Tot nu toe rekenden we alle patiënten met een vaatziekte tot eenzelfde hoog-risico groep, ook al wisten we uit de praktijk dat er een enorme variatie in risico bestaat. Sommige patiënten hebben namelijk een heel erg hoog risico, terwijl veel andere patiënten een laag of normaal risico hebben om een nieuwe vaatziekte te krijgen. Alleen konden we daar tot voor kort geen onderscheid in maken. Met de ‘SMART-risicoscore’ is dat nu wel mogelijk, zodat we patiënten een beter advies kunnen geven voor behandeling.’
‘Niet iedere patiënt is hetzelfde en de gemiddelde patiënt bestaat al helemaal niet! Uit de SMART-studie blijkt dat bij maar liefst zes van de tien patiënten het 10-jaars risico minder dan 20 procent is, en bij een kwart meer dan 30 procent. Bij patiënten met een hoog risico kunnen risicofactoren, zoals cholesterol, worden aangepakt. Hierdoor kunnen we naar verwachting het hart- en vaatziektenrisico bij hoog-risico patiënten beter behandelen met een op maat gesneden therapie’, concludeert Visseren.
Het beschikbaar komen van dit voorspel-model voor een toekomstige vasculaire aandoeningen heeft potentieel ook andere implicaties. Voor patiënten die ondanks een adequate behandeling van risicofactoren zoals te cholesterol, bloeddruk, roken en leefstijl, toch nog een te hoog risico hebben, moeten nieuwe behandelingen, behandeldoelen en behandelstrategieën ontwikkeld worden.
De SMART-studie is in 1996 door het UMC Utrecht gestart en inmiddels doen er meer dan 10.000 patiënten met hart- en vaatziekten en patiënten met ernstige risicofactoren aan mee.
(Bron: www. UMCU.nl)