Wetenschappers van de Universiteit Maastricht hebben een belangrijk, fundamenteel proces in het hart van mensen met vergevorderd hartfalen aangetoond, waardoor een beter begrip van het ontstaan van deze ziekte een feit is. Al eerder werden sporadisch genen gezien in deze harten die een rol spelen bij de vorming van het hart in een embryo. Prof. dr. Leon de Windt en Dr. Paula da Costa Martins leidden vanuit de UM een internationaal team van onderzoekers, dat aantoonde welk eiwit (transcriptiefactor) verantwoordelijk is voor dit ongewenste proces. De bevinding wordt gepubliceerd in het toonaangevende wetenschappelijk tijdschrift Nature Cell Biology.
Hartfalen is een aandoening met verminderde pompfunctie van het hart. Dit kan ontstaan ten gevolge van een hoge bloeddruk, een hartinfarct, of andere klachten. De behandeling is de afgelopen decennia niet aanzienlijk veranderd of verbeterd. “We begrijpen eigenlijk nog te weinig van wat er precies misgaat in een hart bij hartfalen”, zegt prof. dr. Leon de Windt, hoogleraar Moleculaire Cardiologie, die het onderzoek leidde. “Jaarlijks komen er in Nederland 200.000 nieuwe hartfalenpatiënten bij, en de echte genezing, door middel van een harttransplantatie is maar voor driehonderd mensen weggelegd.”
Zijn groep onderzocht daarom wat er precies misgaat in een falend hart. De oorsprong van het probleem blijkt bij de oorsprong van elk mensenleven te liggen. “Het hart is het eerste orgaan dat in een embryo gevormd wordt. Stamcellen krijgen het signaal van een bepaald eiwit, een transcriptiefactor, dat ze een hart moeten vormen. Zo’n embryonaal hart heeft nauwelijks een pompfunctie, omdat het moederhart zorgt voor de bloedsomloop. Mijn theorie is dat hartfalen in feite een ziekte is waarbij het volwassen hart steeds meer teruggaat naar zijn embryonale staat. Wat natuurlijk een volstrekt ontoereikende pompcapaciteit betekent voor een volwassen lichaam.”
De transcriptiefactor die hiervoor verantwoordelijk is, wordt Hand2 genoemd. “Deze bleek geactiveerd in de biopten die we uit mensenharten verkregen, nadat de eigenaars een harttransplantatie hadden ondergaan en hun zieke hart ter beschikking van de wetenschap hadden gesteld. We hebben uitgezocht hoe dat eiwit geactiveerd wordt en ook daar hebben we het mechanisme achter ontrafeld.” Hand2 activeert op zijn beurt weer een 100 tot 200-tal genen. “Het is nu zaak uit te zoeken waar elk gen voor verantwoordelijk is in het zieke hart. Deze vinding levert dus een schatkist aan informatie op waarmee wetenschappers weer jaren vooruit kunnen om de puzzel van hartfalen te ontrafelen.”
Omdat het onderzoek fundamenteel is, ziet De Windt op dit moment geen mogelijkheden om de vertaling naar patiëntenzorg te maken. “Maar voordat je nieuwe medicatie of behandelingen kunt ontwikkelen, en dat is voor hartfalen echt hard nodig, moet je de onderliggende mechanismes begrijpen.” Bij muizen die genetisch gemanipuleerd werden kon het Hand2 eiwit verwijderd worden, waarna ze resistent bleken tegen het ontwikkelen van hartfalen. “Dat zal bij mensen om ethische redenen nooit bruikbaar zijn, dus we moeten verder zoeken naar mogelijkheden om Hand2 tegen te houden. Dat is lastig, maar we begrijpen beter wat er gebeurt in het zieke hart. Dat is voor nu echt een doorbraak”, besluit De Windt.
Bron: Universiteit Maastricht