Telemonitoring heeft onder andere een positief effect op angst en depressie
Telemonitoring, waarbij enerzijds educatie wordt aangeboden, anderzijds de lichaamsfuncties van een patiënt op afstand worden gecontroleerd door zorgverleners, blijkt voor mensen met chronisch hartfalen een aantal belangrijke voordelen op te leveren. De beter geïnformeerde patiënt kan zijn gezondheidstoestand beter bewaken en dus invloed uitoefenen op het zorggebruik. Zo resulteert het gebruik van telemonitoring in meer ziektespecifieke kennis en zelfzorg, positieve effecten op angst en depressie en een lastenverlichting voor de hartfalenverpleegkundige. Toepassing in de praktijk verloopt helaas moeizaam vanwege een aantal praktische obstakels, concludeert Josiane Boyne, onderzoeker aan het Maastricht UMC+ die deze maand is gepromoveerd.
Ze onderzocht of telemonitoring de kwaliteit van de zorg en patiëntgerelateerde zaken als kennis, zelfzorg en therapietrouw verbetert, in vergelijking met de gebruikelijke zorg bij patiënten met hartfalen. Bij deze aandoening is de pompfunctie van het hart verminderd, door verschillende oorzaken. Vaak betreft het oudere patiënten. Via telemonitoring kunnen eventuele complicaties vroegtijdig worden gesignaleerd zonder dat patiënten naar het ziekenhuis hoeven te komen. De onderzoeksgroep die met telemonitoring te maken kreeg, beantwoordde dagelijks een aantal vragen met betrekking tot hun aan hartfalen gerelateerde klachten en leefregels, variërend van hun gewicht tot hun eet- en beweegpatroon en emoties. Bij klachten werd telefonische feedback aan de patiënt gegeven en zo nodig de therapie aangepast door een gespecialiseerde hartfalenverpleegkundige; bij onvoldoende kennis of therapietrouw werden patiënten geïnformeerd over het belang van het naleven van de leefregels. Daarnaast was er tussen de diverse deelnemersgroepen variatie in het aantal controlebezoeken aan het ziekenhuis.
Toepassing
De positieve effecten die uit de studie naar voren komen, zoals meer kennis en zelfzorg, minder fysieke contacten met het ziekenhuis en het afnemen of stabiliseren van angst of depressie, lijken de toepassing van telemonitoring bij hartfalenpatiënten te rechtvaardigen. Ook lijkt telemonitoring te leiden tot minder ziekenhuisopnamen, vooral bij mensen die korter dan achttien maanden hartfalen hebben; dat moet in een vervolgstudie worden bevestigd. Een aantal barrières hinderen echter de toepassing in de praktijk. Zo heersen er bij sommige professionals te hoge verwachtingen van telemonitoring, waarbij geen rekening wordt gehouden met de praktijkervaring die eerst opgedaan moet worden met zo’n systeem. Ook speelt onbekendheid met telebegeleiding bij patiënten en professionals een aanzienlijke rol.
Tot slot stelt Josiane Boyne dat een eenduidige conclusie over de kosteneffectiviteit van telemonitoring nog niet te trekken is. De manier waarop de zorg voor hartfalenpatiënten momenteel in diverse ziekenhuizen geregeld is, lijkt daarbij een rol te spelen. Zo verschillen de kosten per ziekenhuis, mogelijk gebaseerd op het feit dat de hartfalenverpleegkundige in het ene ziekenhuis de zorg thuis levert, en in het andere op de polikliniek.
(bron: www.mumc.nl)
Reageren op dit onderwerp?Kijk op Hartforum