Mensen bij wie een pacemaker of een inwendige defibrillator is geïmplanteerd, hebben tegenwoordig meer kans op ernstige infecties. Dat zeggen Amerikaanse wetenschappers.
Dat heeft volgens hen veel te maken met het feit dat mensen met een dergelijk implantaat vaker lijden aan meerdere aandoeningen tegelijkertijd. De kans op infecties is daardoor, statistisch berekend, over de afgelopen zestien jaar, toegenomen met maar liefst 210 procent.
De onderzoekers van het Thomas Jefferson Heart Institute in Philadelphia melden dat in de augustus-editie van het medische vaktijdschrift Journal of the American College of Cardiology. Zij deden vijftien jaar (van 1993 tot 2008) onderzoek bij patiënten die het ziekenhuis mochten verlaten nadat bij hen een dergelijk ingrijpende implantatie was uitgevoerd.
Volgens de leider van de studie, cardioloog-internist professor dr. Arnold J. Greenspon van het Thomas Jefferson Medical College, gaat het naast hartlijden meestal om drie groepen 'bijkomende' aandoeningen: nierfunctiestoornissen, luchtwegproblemen en diabetes. ‘De patiënten zijn daarom zieker, waardoor hun weerstand drastisch verminderd is en ze dus meer risico lopen op een infectie.'
Onverklaarbaar is nog de constatering dat de infectiekans vanaf 2004 aanzienlijk is gestegen. Misschien heeft het iets te maken met een ander gegeven, namelijk dat de laatste jaren steeds vaker wordt overgegaan tot het implanteren van elektronische hulpmiddelen bij dergelijke levensbedreigende aandoeningen zoals ernstige hartritmestoornissen.
(naar http://www.theheart.org)