Mensen met een Ventricular Assist Device (VAD), ofwel een steunhart, mogen onder voorwaarden auto- of motorrijden. Dat heeft minister Schultz van Infrastructuur en Milieu woensdag 2 december jl. besloten. Ze neemt hiermee een advies van de Gezondheidsraad (GR) uit juli 2015 over.De GR stelt in zijn rapport als voorwaarden dat de implantatie minimaal twee maanden eerder heeft plaatsgevonden en zonder complicaties moet zijn verlopen. Verder moet een cardioloog elke twee jaar de rijgeschiktheid opnieuw beoordelen.Als aanvullende voorwaarden noemt het CBR dat alleen gebruik mag worden gemaakt van de rijbewijzen van Groep 1 voor privégebruik (motoren, personenauto’s en tractoren). Op speciaal verzoek kunnen personen met een steunhart geschikt worden verklaard voor beperkt beroepsmatig vervoer van deze motorvoertuigen, niet zijnde vervoer van personen of het onder toezicht doen besturen van derden, voor maximaal vier uren per dag. Personen met een steunhart mogen geen gebruik maken van de rijbewijzen van Groep 2 (nodig voor het besturen van een vrachtwagen of autobus). Hierbij speelt mee dat de kans op een plotse hartdood bij deze groep verhoogd is.Mensen met een steunhart kunnen vanaf nu bij het CBR een keuring aanvragen.(naar: www.rijksoverheid.nl)