Tijdens de vergadering van de Vaste Kamercommissie voor VWS van 9 september 2009 is besloten de vergunningplicht voor het uitvoeren van bijzondere medische verrichtingen aan het hart (dotterbehandelingen en het implanteren van ICD's) voorlopig te handhaven zoals die is vastgelegd in de Wet Bijzondere Medische Verrichtingen (WBMV).
De afgelopen maanden hebben ervaren hartritmecardiologen en technici, de STIN en zelfs ICD-fabrikanten herhaaldelijk betoogd dat het vrijgeven van ICD-implantaties op dit moment onverantwoord en onnodig is, alleen maar kostenverhogend zal werken en zelfs tot onnodig overlijden van hartpatiënten zou kunnen leiden.
De minister van VWS heeft zich moeten neerleggen bij de beslissing van de meerderheid van de Commissie die zich verzette tegen opheffing van de vergunningplicht. Daarvoor in de plaats denkt hij nu aan een meldplicht voor ziekenhuizen die een of twee van deze behandelingen willen gaan uitvoeren. De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) kan dan vanaf het begin controleren of de kwaliteit in orde is en ook meteen ingrijpen als dit niet het geval is. Als voorwaarde stelt de minister tevens dat de patiënt zich kan laten informeren over de kwaliteit van de behandeling.
Zo lang deze meldplicht niet is ingevoerd blijft de vergunningplicht bestaan.
Tijdens deze bijeenkomst is ook besloten dat UMC Utrecht, dankzij de actie van een dertienjarige patiënt, nog twee jaar mag doorgaan met kinderhartchirurgie.