Een aanzienlijk percentage van vrouwen met vroege zwangerschapsvergiftiging, heeft voor de zwangerschap al aandoeningen met een negatieve invloed op het vaatstelsel. In hun latere leven lopen zij een sterk verhoogd risico op hart- en vaatziekten. Dat zijn twee opvallende conclusies uit het proefschrift van Ingrid Gaugler (48), gynaecoloog-perinatoloog in het Jeroen Bosch Ziekenhuis. Het is de kern van haar onderzoek: veel vrouwen met een vroege, zeer ernstige zwangerschapsvergiftiging, zijn voor de zwangerschap al ziek. "Alleen weten ze het vaak niet, of wordt de ernst nog onderschat", zegt Gaugler.
Hart- en vaatziekten
De gynaecoloog van het Jeroen Bosch Ziekenhuis onderzocht 20 vrouwen die tussen 1993 en 2003 in het Erasmus Medisch Centrum Rotterdam waren opgenomen en behandeld. Zij vergeleek deze 20 vrouwen enkele jaren later met een controlegroep van ‘gezonde zwangeren'. Factoren als roken, gewicht, cholesterol en suikerstofwisseling waren per groep vergelijkbaar. De 20 vrouwen scoorden echter veel slechter op het gebied van bloeddruk, eiwituitscheiding en Lp(a), een erfelijk bepaald bloedeiwit. Gaugler: "Later in hun leven hebben deze vrouwen een tot acht maal verhoogd risico op hart- en vaatziekten; het is zeer aannemelijk dat de genoemde factoren daarbij een grote rol spelen."
Posttraumatische stress
Naast hart- en vaatziekten benoemt Gaugler nog een risicofactor. Op lange termijn heeft een aanzienlijk percentage van vrouwen met extreme vroeggeboorte verhoogde niveaus van posttraumatische stress. "Lange tijd na die gecompliceerde zwangerschap kampen ze nog met angsten, concentratiestoornissen en ernstige vermoeidheid", weet ze. "De internist prikt en vindt niks, ten einde raad wordt psychosociale hulp gevraagd en kent de psycholoog het ziektebeeld niet. Dit leidt tot veel miskenning en frustratie." Met alle gevolgen van dien, bijvoorbeeld op het werk. Elke zesde vrouw na extreme vroeggeboorte – al dan niet veroorzaakt door zwangerschapsvergiftiging – wordt ontslagen!
Risico's beperken
Jaarlijks zijn er 170.000 bevallingen in Nederland, waarvan drieënhalf procent van de zwangerschappen gecompliceerd worden door zwangerschapsvergiftiging. Rond 6000 vrouwen hebben dus met de beschreven problematiek te maken. "Want ook vrouwen met een late zwangerschapsvergiftiging behoren tot de risicogroep", legt ze uit. Gaugler pleit dan ook voor intensieve begeleiding van zwangerschappen met reeds bestaande risicofactoren voor zwangerschapsvergiftiging. "Je voorkomt er geen zwangerschapsvergiftiging mee, maar door tijdige behandeling kunnen complicaties worden voorkomen. Na de bevalling moet je deze vrouwen blijven vervolgen, voor controle van hun risico op hart- en vaatziekten."
Onderzoek is nodig om te ontdekken hoe je de risico's kunt beperken. Gaugler ziet daarin een rol weggelegd voor het Jeroen Bosch Ziekenhuis in samenwerking met academische ziekenhuizen. "Daar behandelen ze de extreme vroeggeboortes, in 's-Hertogenbosch de wat latere. Samen hebben we een sluitende populatie, die ons veel informatie kan opleveren."
(naar: www.jeroenboschziekenhuis.nl)