Een lange wachttijd botst met het streven naar toegankelijke zorg. Daar voelt niemand zich senang bij. Om die wachttijden terug te dringen, is een verenigde inspanning nodig van zorgaanbieders, verzekeraars en patiëntenorganisaties. De NZa brengt hen samen en helpt barrières weg te nemen, waarvoor we in 2018 een volle actielijst afwerken. Een update van de voortgang.Vorig jaar mei brachten we de wachttijden in kaart en lanceerden we ons actieplan per sector. In 2018 doen we er alles aan om die gerichte lijst van maatregelen in praktijk te brengen. In de ggz maakten de brancheorganisaties zelf landelijke afspraken over het terugdringen van de wachttijden. De NZa monitort die.Volledige transparantieIn de medisch-specialistische zorg, geestelijke gezondheidszorg en voor de case-manager dementie in de wijkverpleging waren de wachttijden nog niet even inzichtelijk. Dat is wel een randvoorwaarde om ze effectief te bestrijden. Dus hebben we begin dit jaar zorgaanbieders verplicht hun wachttijden te publiceren, zodat verzekeraars en patiënten weten waar ze aan toe zijn. Met effect. We zien dat er steeds meer zicht komt op de omvang en aard van de wachttijden. Samenwerking cruciaalHet feitelijke terugdringen van wachttijden vraagt een gezamenlijke inspanning van betrokkenen. Alleen aanbieders en verzekeraars kunnen de wachttijden daadwerkelijk aanpakken. Zorgaanbieders en zorgverzekeraars vinden elkaar nog niet overal even goed. Maar er zijn sectoren waarin ze steeds dichter tot elkaar komen. De NZa wil partijen met elkaar in gesprek brengen:• In de ambulancezorg brachten we alle verzekeraars om tafel. Er vindt nu een constructieve dialoog plaats tussen hen en ambulancediensten. Ze delen best practices.• In de wijkverpleging en de ggz formuleerden we verbeterpunten in het contracteerproces. En we stelden een nieuwe regeling op voor casemanagement dementie. Verzekeraars en aanbieders zijn met beide punten al aan de slag.• In de medisch-specialistische zorg brachten we verzekeraars op het spoor van vrijgevestigde klinieken. Die contracteren daar nu – beperkte – extra capaciteit.Patiënt informerenNatuurlijk, ketenpartners moeten beter samenwerken om te zorgen dat de juiste zorgvraag zo snel mogelijk op de juiste plek terecht komt. Maar er is nog een kant aan die medaille: de patiënt. Die moet goed geïnformeerd zijn, zodat hij zelf de juiste plek kan vinden. En kan vragen om beschikbare hulp. Ook hiervan komen goede initiatieven op gang. • In de medisch-specialistische zorg en in de ggz hebben we aanbieders verplicht om hun patiënten te informeren over de mogelijkheid tot wachttijdbemiddeling door hun zorgverzekeraar, als zij langer dan de treeknormen moeten wachten.• Voor langdurige zorg hebben we met zorgkantoren gesproken over hun communicatie met de mensen op de wachtlijst. We organiseerden een bijeenkomst waarin ze onderling best practices delen over registratie en informatieverstrekking.• In de geestelijke gezondheidszorg start in overleg met GGZ Nederland, ZN en MIND een gezamenlijke campagne om de burger te informeren over wachtlijstbemiddeling.ConclusieWachttijden in de zorg zijn helaas nog niet korter geworden dit jaar. Maar er zijn wel lichtpuntjes. In de medisch-specialistische zorg zijn meer patiënten geholpen in de eerste lijn, en er zijn meer patiënten ondergebracht bij een andere aanbieder. Waardoor per saldo de wachttijden iets teruglopen. Dit zet nog onvoldoende zoden aan de dijk. Voor substantieel kortere wachttijden is een collectieve inspanning nodig over de volle breedte van de zorg. Denk aan taakherschikking, e-health, nauwere samenwerking met ketenpartners, en natuurlijk preventie. De eerste aanzet is er. Bron: www.magazines.nza.nl