Hobbels bij verkrijgen van hypotheek
Auteur: Jan Verberne
Wie een hypotheek voor de aankoop van een huis wil afsluiten, zal vaak ook een overlijdensrisicoverzekering nodig hebben. Voor ICD-dragers en andere chronisch zieken wil dit nog wel eens lastig zijn. Maar ook hier geldt: de aanhouder wint.
Wie een huis wil kopen, zal in het algemeen hiervoor een hypotheek moeten nemen – we winnen niet allemaal de hoofdprijs in een loterij of hebben zulke vermogende ouders dat die zoon- of dochterlief een fijn optrekje schenken. De bank die de hypotheek verstrekt (en die heet dan de ‘hypotheeknemer’, omdat de bank het huis als onderpand – hypotheek – neemt) wil de zekerheid hebben dat de hypotheekgever (de koper van het huis dus) ook op langere termijn zijn financiële verplichting kan nakomen. Vaak wordt hiervoor een overlijdensrisicoverzekering afgesloten: mocht de koper komen te overlijden, dan ontvangt de bank het hypotheekbedrag van de verzekeraar. Het afsluiten van een overlijdensrisicoverzekering is een formaliteit als je gezond bent, maar voor chronisch zieken ligt dat anders.
Dat ondervond STIN-vrijwilligster Sanne Cuppen-Bruines (32) toen zij in 2014 samen met haar vriend een huis kocht. ‘We wilden allebei een overlijdensrisicoverzekering afsluiten, zodat bij eventueel overlijden van de partner de ander geen financiële problemen krijgt wanneer die de hele hypotheek moet betalen. Overigens dekt de verzekering vaak niet het gehele bedrag van de hypotheek. Wij hebben voor een verzekerd bedrag gekozen waarbij de schuld die dan open blijft staan goed te dragen is door een van ons beiden. We zochten zelf dus zekerheid. Daarbij is een overlijdensrisicoverzekering verplicht als je in aanmerking wilt komen voor de Nationale Hypotheek Garantie, waarmee je korting krijgt op je hypotheekrente.’
Veel afwijzingen
Sanne is een jonge vrouw, houdt er een gezonde levensstijl op na, sport veel, is fysiotherapeut van beroep… maar heeft een ICD, omdat zij een aangeboren hartafwijking heeft die kan resulteren in gevaarlijke hartritmestoornissen (zie het artikel ‘Ik wil graag andere jonge ICD-dragers helpen’ in STIN journaal 3-2016). Voor veel verzekeraars bleek dit reden genoeg om haar geheel af te wijzen voor de overlijdensrisicoverzekering of om een veel hogere premie te vragen dan bij ‘gezonde’ mensen. Voor Sanne gaf dat een vreemd en onrechtvaardig gevoel. ‘De ICD zorgt er nu juist voor dat er geen risico meer is op een hartstilstand. De kans op plotseling overlijden is dus veel kleiner dan bij iemand die wellicht een onbekende hartkwaal heeft en geen bescherming van een ICD heeft.’
Met deze logica kom je echter niet ver. De meeste verzekeraars gaven Sanne nooit een toelichting op een afwijzing. Brand New Day nam die moeite wel en liet haar schriftelijk de reden van een verhoogde premie weten: ‘Zonder een ICD-plaatsing zou acceptatie in het geheel niet mogelijk zijn geweest (vanwege de aangeboren hartafwijking, red.). Het risico is dankzij dit implantaat wel verminderd, maar niet genormaliseerd. Daarnaast geeft de ICD zelf risico’s als dislocatie, infectie of perforatie.’ En op Sannes vraag waarom de verzekeringsarts anders oordeelt dan haar eigen cardioloog, die alle papieren voor de verzekering had ingevuld, kwam als antwoord: ‘Een medisch adviseur van een verzekeraar let op het risico dat bestaat gedurende de looptijd van de verzekering. In de toekomst kunnen zich mogelijk complicaties voordoen. Dit is een onzekerheid waarmee de verzekeraar rekening moet houden, want de verzekeraar zal een bedrag moeten uitkeren in geval van overlijden.’
Na diverse afwijzingen of mogelijke acceptatie met een veel hogere premie vond Sanne uiteindelijk in Florius een verzekeraar die niet moeilijk deed en een normale premie vroeg. Dat heeft echter wel enige tijd gekost, waardoor Sanne zelfs uitstel voor het afsluiten van de hypotheek moest aanvragen. Haar tip luidt daarom: ‘Begin vroegtijdig met het zoeken naar een overlijdensrisicoverzekering en vraag die gelijktijdig bij meerdere verzekeraars aan. Wacht niet totdat je van een verzekeraar een afwijzing krijgt om dan pas weer een andere verzekeraar te benaderen.’
Kamervragen
De tip van Sanne wordt onderschreven door Het Verbond van Verzekeraars, dat in een schriftelijke reactie van woordvoerder Paul Koopman aan onze redactie uitlegt hoe het zit met deze kwestie. ‘Een verzekeraar moet een goede inschatting maken van het risico dat verzekerd wordt en van de premie die daarbij past. Overlijdensrisicoverzekeringen zijn geen verplichte verzekeringen en daar geldt dus ook geen acceptatieplicht. Maar verzekeraars hebben er uiteraard een concurrentieel belang bij om zo veel mogelijk mensen tegen een zo scherp mogelijke premie te kunnen verzekeren. Verzekeraars hanteren daarbij allemaal hun eigen beleid. Daarom is het ook aan te raden om je bij het aanvragen van een verzekering breed te oriënteren (met andere woorden: shoppen kan lonen).’
De problematiek van de verzekerbaarheid van chronisch zieken heeft in 2014 ook tot Kamervragen geleid van twee politici van de Socialistische Partij. Aanleiding hiervoor was een persbericht van de Vereniging Eigen Huis waarin stond dat circa vijftien procent van de huiseigenaren met een chronische aandoening geen overlijdensrisicoverzekering kon afsluiten. In zijn antwoord wees ook toenmalig minister Blok op het feit dat het verstandig kan zijn bij meerdere verzekeraars aanvragen te doen: ‘Het Verbond van Verzekeraars geeft aan dat de meeste verzekeraars voor de beoordeling van het risico een gezondheidsverklaring gebruiken die het Verbond van Verzekeraars mede in overleg met de patiënten- en consumentenorganisaties heeft opgesteld. Daarin staat onder meer aangegeven dat de aspirant-verzekerde het advies van de medisch adviseur als eerste mag vernemen. De aspirant-verzekerde kan vervolgens besluiten af te zien van het indienen van de verzekeringsaanvraag bij die verzekeraar en kan bij een andere verzekeraar een aanvraag indienen.’
Speciale intermediair
Als voorstander van marktwerking kon minister Blok er ook niet omheen om in zijn beantwoording van de Kamervragen erop te wijzen dat de markt van verzekeringen volgens hem goed functioneert. ‘Het Verbond van Verzekeraars geeft aan dat ruim 97 procent van de consumenten zonder probleem en tegen normale voorwaarden wordt geaccepteerd voor een overlijdensrisicoverzekering. Uit onderzoeken van Vereniging Eigen Huis en de Consumentenbond komt naar voren dat zo’n 85-90 procent van de ondervraagde chronisch zieken een overlijdensrisicoverzekering heeft kunnen afsluiten. Dat neemt niet weg dat er consumenten zijn die niet of tegen een hogere premie verzekerbaar zijn voor het overlijdensrisico. Verder constateer ik dat de markt functioneert, getuige de verschillen tussen verzekeraars in acceptatievoorwaarden en getuige het bestaan van een intermediair die zich heeft gespecialiseerd in het bemiddelen voor chronisch zieken.’
Met de laatste uitspraak verwijst de minister naar het bestaan van ICZ, Intermediair voor Chronisch Zieken, dat bemiddelt tussen mensen met een chronische ziekte en verzekeraars. ICZ is dus zelf geen verzekeraar, maar een bedrijf dat naar eigen zeggen in 97 procent van de gevallen ervoor kan zorgen dat chronisch zieken worden geaccepteerd voor een overlijdensrisicoverzekering door een verzekeraar. Het bedrijf is opgericht door twee diabetespatiënten die zelf moeite hadden een goede verzekering te vinden en die dus met hun medische en financiële ervaring in dit gat zijn gesprongen.
ICZ is naar eigen zeggen succesvol, omdat het verzekeraars ervan weet te overtuigen beter naar de individuele situatie van een chronisch zieke te kijken. ‘Een verzekeringsarts krijgt maar eenmaal de gelegenheid om je gezondheid te bepalen’, staat op de website van ICZ. ‘Op dat moment stelt hij op basis van de beschikbare informatie een premie vast voor de komende twintig tot dertig jaar. ICZ heeft in samenwerking met verzekeringsartsen, medisch specialisten en patiëntenverenigingen speciale vragenlijsten ontwikkeld waarmee we een betere inschatting van je gezondheid kunnen maken. Dit stelt verzekeraars in de gelegenheid om een betere beoordeling te doen.’
Aan de bemiddeling van ICZ is wel een prijskaartje verbonden. De zogenaamde ‘onderzoekskosten’ bedragen 55 euro; dit betreft de precieze beoordeling van iemands gezondheid. Wie ook een verzekering afsluit via ICZ betaalt daarvoor 595 euro afsluitkosten; dit is aanmerkelijk hoger dan afsluitkosten normaal zijn, maar volgens ICZ staat hier dan weer een lagere premie tegenover dankzij hun bemiddeling. De afsluitkosten voor de verzekering zijn overigens ook aftrekbaar voor de belastingen.
Ook het STIN-kantoor krijgt regelmatig vragen over de problematiek van de overlijdensrisicoverzekering. De STIN wijst op het bestaan van verzekeraar De Hoop, een herverzekeraar die is gespecialiseerd in moeilijk verzekerbare risico’s. De Hoop is niet bestemd voor particulieren, maar voor verzekeraars die risico’s die zij zelf niet kunnen of willen accepteren, aanbieden aan De Hoop, die dan het risico afdekt. Als ICD-drager zou u dus uw weigerende verzekeraar kunnen wijzen op het bestaan van De Hoop.
Info
Sanne Cuppen-Bruines geeft als STIN-vrijwilligster advies over hypotheken en overlijdensrisicoverzekering: tel. 06-52635551, e-mail: bruines@stin.nl.
Intermediair ICZ: www.icz.nu, tel. (0320) 22 96 70, e-mail: info@icz.nu.
Herverzekeraar De Hoop: www.dehoopleven.nl, tel. (070) 342 13 13, e-mail: info@dehoopmail.nl.
(kader)
Tien tips
De Vereniging Eigen Huis heeft tien tips samengesteld voor het afsluiten van een overlijdensrisicoverzekering. We geven de tips hier kort weer, meer uitleg bij de tips is te vinden op de website van Eigen Huis: www.eigenhuis.nl, zoek op ‘overlijdensrisicoverzekering’ en ga dan naar ‘Overlijdensrisicoverzekering afsluiten – tien tips’:
1. Eerst de verzekering, dan de huizenjacht
2. Vergelijk premies
3. Zeg de oude verzekering niet te snel op
4. Kies de juiste verzekeringsadviseur
5. Verzwijg niets
6. Let op bij het voorlopig koopcontract
7. Informatie geven over erfelijke belasting hoeft niet altijd
8. Voorkom afwijzing
9. Geef geen volledige inzage in uw medisch dossier
10. Let op uitsluitingen