Promotieonderzoek naar oorzaak, gevolg en behandeling
Psychische klachten bij ICD-patiënten
Het krijgen van een ICD kan zorgen voor grote veranderingen in het leven van de patiënt. Deze veranderingen hoeven niet altijd negatief te zijn en de meeste patiënten doen het dan ook goed met een ICD. Ongeveer één op de vier patiënten ervaart wel psychische klachten (angst en depressie) na de implantatie, waardoor hun kwaliteit van leven en welbevinden mogelijk negatief worden beïnvloed.
Dr. M. Habibović, Tilburg University
Prof.dr. S.S. Pedersen, University of Southern Denmark; Odense University Hospital; Tilburg University; Erasmus Medical Center
Onderzoeken laten zien dat psychische klachten bij ICD-dragers (voornamelijk angst, depressie en posttraumatische stress) gevolgen kunnen hebben voor het optreden van ritmestoornissen en vroegtijdig overlijden. Vandaar dat het onderzoek naar psychologische zorg na de implantatie in de afgelopen jaren is toegenomen. Waarom de ene patiënt wel en de andere geen psychische klachten ervaart na de implantatie is niet duidelijk. Het is ook niet duidelijk welke behandeling het meest geschikt is voor patiënten met een ICD die psychische klachten ervaren. Deze aspecten zijn onderzocht in het recent verschenen proefschrift van Mirela Habibović (Implantable Cardioverter Defibrillators – Heart and Mind: In Search of Patient-tailored Care, oftewel: ICD’s – Hart en verstand: op zoek naar patiëntenzorg op maat).
Mogelijke oorzaken
De bevindingen van het proefschrift laten zien dat de ernst van de onderliggende hartziekte mogelijk een belangrijkere rol kan spelen bij het ervaren van psychische klachten dan het hebben van een ICD op zich. Dit is in overeenstemming met bevindingen van andere studies, waaruit blijkt dat veel patiënten in staat zijn de ICD te accepteren en verder te gaan met hun leven.
Eerdere studies lieten zien dat vrouwen na het krijgen van een ICD over het algemeen meer psychische klachten ervaren dan mannen. Bevindingen in het recente proefschrift (bij een groot cohort van 718 patiënten) laten echter zien dat vrouwen niet per definitie een slechtere kwaliteit van leven rapporteren of meer angst ervaren dan mannen. Deze studie laat zien dat het hebben van symptomatisch hartfalen en een zogenaamde ‘type D-persoonlijkheid’ (patiënten die veel stress ervaren maar dit niet uiten) een grotere invloed hebben op het ervaren van psychische klachten dan het geslacht.
Daarnaast blijkt dat de verwachtingen die patiënten hebben van het leven met een ICD ook samenhangen met het ervaren van psychische klachten. Patiënten met negatieve verwachtingen van de ICD-behandeling hebben een verhoogde kans op het ervaren van psychische klachten na de implantatie.
Gevolgen psychische klachten
Eerdere studies hebben laten zien dat psychische klachten een negatieve invloed kunnen hebben op de kwaliteit van leven van ICD-patiënten, maar ook op de cardiale prognose (hoe de hartziekte zich ontwikkelt).
De bevindingen in het proefschrift laten zien dat angst een belangrijke voorspeller is van posttraumatische stress achttien maanden na de ICD-implantatie. Ook blijkt de type D-persoonlijkheid een belangrijke voorspeller van posttraumatische stress te zijn.
In een groot cohort van 1012 ICD-patiënten bleek angst van invloed te zijn op het ervaren van ritmestoornissen en vervroegde mortaliteit (sterven). Uit de studie blijkt verder dat hoe hoger de gerapporteerde angst ten tijde van de implantatie, des te hoger het risico op het ervaren van ritmestoornissen of vervroegde mortaliteit.
Behandeling
Om de negatieve gevolgen van psychische klachten bij ICD-patiënten te minimaliseren en daarmee wellicht de diagnose te verbeteren, zijn in de afgelopen jaren diverse psychologische interventies ontwikkeld en onderzocht. Over het algemeen laten de studies zien dat een psychologische behandeling met componenten van cognitieve gedragstherapie veelbelovend kan zijn in het verminderen van psychische klachten. De meeste onderzoeken waren wel kleinschalig, dus was (mede door uitval) het aantal patiënten dat deelnam relatief klein.
Om een grote groep patiënten te bereiken en een behandeling te bieden aan iedereen die er behoefte aan heeft, is de Webcare-studie ontwikkeld (Web-based distress management program for implantable cardioverter defibrillator patients, oftewel: een internetprogramma voor het behandelen van psychische klachten bij ICD-dragers). Webcare is een gedragsinterventie gebaseerd op probleemoplossende therapie, waarbij patiënten zes ‘lessen’ via de computer kunnen doorlopen waarbij ze onder andere psycho-educatie krijgen en actief aan de slag gaan met hun problemen – onder begeleiding van een coach die hun sturing geeft via online feedback. Een webgebaseerde interventie geeft patiënten de mogelijkheid om psychische hulp te krijgen waar en wanneer zij het willen. Daarnaast zijn er geen extra ziekenhuisbezoeken nodig en is de drempel voor een psychologische behandeling voor patiënten veel lager dan bij een traditionele behandeling. Dit zou ervoor kunnen zorgen dat een groter deel van de patiënten wordt bereikt en de nodige hulp krijgt.
Resultaten
De resultaten van de Webcare-studie laten zien dat een selecte groep van ICD-patiënten open stond voor de online interventie. Dit betreft vooral jongere, hogeropgeleide mannen. De interventie blijkt niet effectief te zijn in het verminderen van psychische klachten bij ICD-patiënten. Drie maanden na de implantatie bleken patiënten die de interventie hebben gevolgd en de patiënten die de ‘normale’ zorg kregen, nagenoeg dezelfde niveaus van angst, depressie en kwaliteit van leven te hebben. Hoewel online interventies over het algemeen goed geaccepteerd worden door deelnemers, blijkt de uitval meestal groot te zijn. Ook in de Webcare-studie heeft een minderheid van de patiënten de interventie volledig doorlopen (23 procent) en werd de cursus om verschillende redenen vroegtijdig door patiënten beëindigd (technische problemen, geen tijd, patiënt voelt zich prima en heeft geen extra begeleiding nodig).
Om in de toekomst grote interventiestudies op te kunnen zetten, is meer inzicht in de oorzaken van vroegtijdige uitval van belang. Daarnaast is het belangrijk om een patiëntgeoriënteerde behandeling te ontwikkelen die flexibel is en aan de wensen van de patiënt voldoet. Omdat de ICD-populatie klinisch gezien erg heterogeen is, lijkt een algemene interventie niet voldoende aan te kunnen sluiten bij de wensen van patiënten. Een meer op maat gesneden interventie, die rekening houdt met de voorkeuren en behoeftes van patiënten, zal waarschijnlijk meer aansluiting vinden en daarom ook meer succesvol zijn. Patiënten kunnen verschillende behoeftes hebben die niet alleen afhangen van de patiënt zelf maar ook van, onder andere, het moment van de interventie (kort na de implantatie of na meerdere shocks).
Binnen de Webcare-studie is een interessante vraag wat de effecten van de interventie zijn op een termijn van zes en twaalf maanden na de implantatie. Deze gegevens zullen binnenkort worden geanalyseerd.
Klinische praktijk
Met name voor cardiologen is het van belang om het psychologisch profiel (persoonlijkheid, verwachtingen, niveau van angst) van de patiënt na de implantatie in beschouwing te nemen en op deze manier de nazorg goed af te stemmen op de behoeften van de patiënt. De patiënt dient voldoende geïnformeerd te worden, zodat de verwachtingen over de behandeling ook duidelijk en realistisch zijn. Op deze manier kan voorkomen worden dat patiënten zich onnodig zorgen maken over hun ICD.
Als de patiënt psychische klachten ervaart is het van belang dat hij of zij tijdig wordt doorverwezen naar een (medisch) psycholoog die de patiënt verder kan begeleiden in het aanpassingsproces. Niet alleen kan de psycholoog begeleiding bieden bij het oplossen van problemen, maar hij kan de patiënt ook adviezen geven hoe om te gaan met lastige situaties. Het is van groot belang dat de extra zorg die wordt geboden, wordt afgestemd op de behoeften en voorkeuren van de patiënt.