Op deze pagina
Let op, dit artikel is langer dan 7 jaar geleden gepubliceerd. Informatie op deze pagina kan mogelijk achterhaald zijn.

Telecardiologie in de praktijk van alledag in het Amphia Ziekenhuis te Breda (april 2011)

Hidde Weetink, ICD-verpleegkundige, Amphia Ziekenhuis Breda

Hidde vertelt: In onze kliniek kijken wij als elektrofysiologisch team op werkdagen 1 keer per dag op de verschillende systemen om te controleren of er meldingen zijn. Er zijn veel ICD-dragers die denken dat het systeem hen 24 uur per dag in de gaten houdt en die om die reden zoveel mogelijk in de buurt van de monitor blijven. Dit is absoluut niet nodig! Het systeem maakt slechts 1 keer per 24 uur een draadloze verbinding met de ICD en leest dan de gegevens uit. Gegevens worden door de monitor alleen doorgezonden als er ook daadwerkelijk iets te melden is. Anders is het GEEN BERICHT = GOED BERICHT! Dit geldt zowel voor het medisch team als voor de ICD-drager zelf.

Gegevens die voor de cardioloog/ICD-technicus van belang zijn om te weten zijn bijvoorbeeld hoe lang de batterij nog meegaat en of de draden nog goed functioneren. Op deze opname is onder andere te zien dat de batterij nog 7 jaar mee kan en dat de oplaadtijd 8,4 seconden bedraagt. Als de wijzer (nu volledig naar rechts) in het gele gebied komt melden we de ICD-drager aan voor een vervanging. De ICD kan dan nog geruime tijd mee maar vergelijk het met het waarschuwingslampje voor de benzine in de auto. Als dat gaat branden, ga je ook al tanken want je rijdt de tank nooit volledig leeg.

Rechts op het scherm is te zien wanneer de laatst geleverde therapie is geweest bij deze ICD-drager (Last delivered shock, ofwel laatst afgegeven shock). In deze situatie betreft het de shock afgegeven tijdens het testen van de ICD bij de implantatie.

Meldingen worden altijd bekeken met de technische status bij de hand. Als het nodig is wordt er door ons telefonisch contact opgenomen met de ICD-drager. Dit gebeurt alleen als er eventueel iets aan de instellingen van de ICD veranderd moet worden of als er echt een probleem is gezien, wat betreft de batterij en de draden. Als een ICD-drager toch in de kliniek moet komen, kunnen de ICD-instellingen en eventueel het medicijngebruik worden aangepast. Dit alles gebeurt uiteraard in overleg met de cardioloog.

Ook als de gegevens over het hartritme daartoe aanleiding geven wordt contact opgenomen met de patiënt. Op de afbeelding ziet u een weergave van het hartritme zoals de ICD het ziet. In deze situatie zijn er geen afwijkingen te zien. Het grootste voordeel van remote care of telemonitoring (zorg en/of controle op afstand; de termen worden door elkaar gebruikt) is dat je problemen van technische aard veel sneller in de gaten hebt dan wanneer ICD-dragers maar 2 keer per jaar op de poli komen.

Een ICD-drager die via remote care wordt gecontroleerd, komt in principe nog maar 1 keer per jaar in de kliniek voor een technische controle. De voordelen hiervan zijn uiteraard minder reistijd voor de ICD-drager en minder drukte in de polikliniek. De reguliere controles bij de cardioloog gaan wel gewoon door.

Toch vind ik het als ICD-verpleegkundige belangrijk om ICD-dragers in het kader van de sociaal-emotionele begeleiding persoonlijk te ontmoeten. Dat is met de komst van remote care een stuk minder en dat vind ik een groot nadeel. In onze kliniek hebben we wel het beleid om iedere ICD-drager die een schok heeft gehad, persoonlijk te spreken.

In het Amphia Ziekenhuis in Breda werken we met 3 remote care systemen. Dit zijn CareLink® (Medtronic), Latitude® (Boston Scientific) en Merlin® (St. Jude Medical).

Telecardiologie zal in de toekomst meer voordelen gaan bieden voor de zorg aan ICD-dragers en voor het medisch team zelf. Wat echter niet vergeten mag worden is het feit dat we qua coördinatie en organisatie nog aan het begin staan en dat er in dat opzicht landelijk nog veel (éénduidig) geregeld moet worden.

Artikelen: