Zodra er bij een operatieve ingreep sprake is van elektrochirurgie, kan dat de werking van de ICD beïnvloeden en dient vooraf door de specialist die de ingreep wil uitvoeren en/of de anaesthesist – als dat van toepassing is – met de behandelend cardioloog te worden besproken welke maatregelen er nodig zijn om problemen met de ICD te voorkomen. Pas nadat deze toestemming heeft gegeven, mag de ingreep plaatsvinden. Die kan bijvoorbeeld inhouden dat de ICD tijdelijk wordt uitgezet en/of dat er tijdens de ingreep een technicus aanwezig is of dat de ICD wordt uitgeschakeld met een sterke magneet. Wordt de magneet na de ingreep verwijderd, dan hervat de ICD zijn functie, tenminste als hij als zodanig geprogrammeerd is. Het is dus wel belangrijk dat u weet of dit bij uw ICD het geval is. Om alle risico’s uit te sluiten raden wij u aan er altijd bij het medisch personeel op aan te dringen dat uw ICD na de ingreep wordt gecontroleerd door een ICD-technicus. U weet dan honderd procent zeker dat de ICD weer goed functioneert.