Dit archiefbericht bevat verouderde informatie.
In het archief rijbewijzen treft u artikelen en bijdragen aan, die op de een of andere manier gedateerd zijn, o.a. omdat de inhoud door de wijziging van de wettelijke regelgeving inzake rijbewijzen is achterhaald. Toch verwijderen we ze niet van de website, omdat u zich, dankzij de inhoud ervan, een beeld kunt vormen van de snel veranderde opvattingen over het gebruik van motorvoertuigen door ICD-dragers in de afgelopen jaren en de actie die o.a. de STIN heeft moeten voeren om de huidige regelgeving te bewerkstellingen.
Zoals wij in het artikel “CBR in Hoger Beroep in het gelijk gesteld” al schreven, heeft het bestuur van de STIN begin september aan de Minister van Verkeer en Waterstaat Mevrouw K.M.H. Peijs een brief verzonden met het verzoek een nadere invulling te geven aan het tot nu toe niet nader gedefinieerde begrip privé-gebruik. In haar antwoord schrijft de minister onder meer:
“Tot mei 2000 mochten ICD-dragers niet autorijden. Na deze datum is dit voor een beperkte groep wel mogelijk geworden, maar dan alleen privé (code 100). We hebben op goede gronden besloten onderscheid te maken tussen zakelijk en privé-gebruik. Onder zakelijk gebruik wordt verkeersdeelname in het kader van de uitoefening van het beroep verstaan. De term ‘privé-gebruik’ betekent in dit verband ‘niet-beroepsmatig’, oftewel ‘niet in het kader van uitoefening van een beroep’.
Indien u, binnen de kaders van het advies van de Gezondheidsraad getiteld: ‘Rijgeschiktheid van personen met een geïmplanteerde cardioverter-defibrillator’, een ander onderscheid zou kunnen formuleren dat voldoet aan de eerder genoemde criteria van rechtvaardigheid, uitvoerbaarheid, handhaafbaarheid en effectiviteit, dan sta ik daar altijd voor open.”
Uiteraard zal het bestuur proberen aan het verzoek van de minister gevolg te geven.