Indeling
We kennen in Nederland tweesoorten vaarbewijzen: Groot en Klein. Binnen het Groot vaarbewijs onderscheiden we dan nog drie categorieën. In totaal komen we dan tot 4 soorten vaarbewijzen:
- Klein vaarbewijs (KVB) voor plezierschepen met een lengte tot 25 meter
- Grootpleziervaartbewijs (GPb) met dit vaarbewijs mag u met plezierschepen varen tot 40 meter lengte
- Beperkt groot vaarbewijs (BGVB) voor beroepsmatige vaart voor schepen tussen 20 en 40 meter lengte
- Groot vaarbewijs (GVB) voor de grote beroepsvaart
In het schema hieronder kunt u zien, wanneer u een Groot of Klein vaarbewijs nodig hebt voor het besturen van een schip.
Schepen tot 15 meter lengte die niet sneller kunnen varen dan 20 km/uur. | Geen |
Een rubberboot, motorboot, waterscooter of jetski die sneller kan varen dan 20 kilometer per uur en niet langer is dan 25 meter. | KVB |
Schepen met een lengte van 15 tot 25 meter die u niet bedrijfsmatig gebruikt. | KVB |
Een schip met een lengte van 15 tot 20 meter dat voor bedrijfsmatig gebruik is bedoeld of bedrijfsmatig wordt gebruikt. | KVB |
Een sleepboot of duwboot die u gebruikt om een schip met een lengte van maximaal 20 meter te slepen, langszij mee te voeren of te duwen. | KVB |
Een pleziervaartuig van 25 tot 40 meter lang. | GPb |
Een schip voor bedrijfsmatig vervoer met een lengte van 20 tot 40 meter. | BGVB |
Een sleepboot of een duwboot met een lengte van 25 tot 40 meter, die u alleen als pleziervaartuig gebruikt. | BGVB |
ICD-dragers
Keuringseisen volgens bijlage 6.1 van de Binnenvaartregeling:
Artikel 16, punt 4 luidt: 4. Het dragen van een ICD is een reden voor ongeschiktheid. Een uitzondering wordt gemaakt voor de aanvrager van het klein vaarbewijs dat uitsluitend wordt gebruikt voor de pleziervaart.
Voor het gebruik van het Groot Vaarbewijs en van het Klein vaarbewijs voor beroepsmatig gebruik voor een ICD-drager verwijzen wij naar de website van het CBR.nl en van de Inspectie voor de Leefomgeving & Transport, ILENT.nl , intikken “keuringseisen”.
Voorwaarden geschiktheidsverklaring klein vaarbewijs voor de pleziervaart.(Artikel 16, punt 4 idem)
- De periode van ongeschiktheid bedraagt twee maanden na implantatie. Goedkeuring is mogelijk na afgifte van een gunstig specialistisch rapport waaruit blijkt dat de ICD in deze periode geen elektroshocks heeft afgegeven dan wel dat zich tijdens stimulatie door de ICD geen ernstige hemodynamische problemen (verschijnselen van duizeligheid of bewusteloosheid) hebben voorgedaan.
- na de periode genoemd onder a is goedkeuring mogelijk na een gunstig specialistisch rapport waaruit blijkt dat de ICD in deze periode (bedoeld wordt de periode van twee maanden die voorafgaat aan het indienen van de aanvraag) geen elektroshocks heeft afgegeven dan wel dat zich tijdens stimulatie door de ICD geen ernstige hemodynamische problemen hebben voorgedaan en het apparaat niet kan worden beïnvloed door elektromagnetische straling;
- de maximale geldigheidsduur van de geneeskundige verklaring bij de uitzonderingen beschreven onder a en b is 5 jaar.
Opmerking: in tegenstelling tot de regelgeving voor het rijbewijs kent men bij het vaarbewijs geen verplichte leeftijdskeuring meer.
Pacemakerdragers
Keuringseisen:
Artikel 16, punt 3, luidt: 3. Voor goedkeuring is een gunstig specialistisch rapport vereist, waaruit blijkt dat redelijkerwijs geen acute problemen te verwachten zijn. Onder bepaalde voorwaarden kan aan pacemakerdragers dus een Groot of Klein vaarbewijs worden uitgereikt. Uit de verklaring van de behandelend cardioloog moet duidelijk blijken of de pacemaker goed functioneert en wat de actuele lichamelijke conditie van de aanvrager is.
In principe is goedkeuring mogelijk voor onbepaalde termijn maar op advies van de behandelend cardioloog kan een termijnbeperking worden opgelegd.
Opmerking: Een algemeen overzicht van de keuringseisen vindt u door op www.ilent.nl
In te tikken: ‘keuringseisen’.